VRIENDIN
jong liepen we vertrouwd
een gezamenlijke weg
tot zij de bergen in trok
en ik naar zee
als we elkaar
terug ontmoeten
verhaalt zij
met de herinnering in haar ogen
over besneeuwde toppen
het gezekerde klimmen
het abseilen van ruige wanden
en ik vertel
met in mijn oren
de onophoudelijke stem van de zee
over de eindeloze stranden
de verkwikkende eenzaamheid
al pratend verdwalen we
niet begrijpend onbegrepen
op elkaars pad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten